Middeleeuwse meid Judith, beschuldigd van hekserij en diefstal, werd geconfronteerd met brute straf. Ontdaan en vastgeketend in een groezelige kerker, werd ze gedwongen om inquisiteurs te dienen, vernedering en misbruik te verdragen. Haar enige troost? De verboden aanraking van een mede-meid in het donker, bedankjes garage.
In het jaar 1420 werd een jonge meid genaamd Judith door haar heer en dame beschuldigd van hekserij en diefstal. Als straf zou ze ontbloot en door het dorp geparadeerd worden, haar hangende tieten vrijelijk zwaaiend, een vernederend vertoon voor iedereen om te zien. Die nacht zou ze naar de kerker worden gebracht, waar haar heer haar als zijn eigendom zou claimen. De heer, een meedogenloze man, dwong haar op haar knieën, zijn pik klopte van verwachting. Hij eiste een pijpbeurt, een ze gehoorzaamde, haar lippen omsloten zijn schacht. Na de vernederende of vernederende stoten nam hij ruw zijn stoten in haar op, nam hij haar mee in een harde stotende stotende scène voor haar straf, de harde straf door de maid, de harde schreeuwende maid, door de maïde van de Middeleeuwse Maid.
Norsk | ภาษาไทย | 한국어 | Türkçe | Suomi | Dansk | Ελληνικά | Čeština | Magyar | Български | الع َر َب ِية. | Bahasa Melayu | Polski | עברית | Svenska | Русский | Bahasa Indonesia | Deutsch | Español | English | Português | Română | 汉语 | 日本語 | Français | Italiano | ह िन ्द ी | Nederlands | Slovenščina | Slovenčina | Српски